teksten
 
 

Aders

Op een mooie oktoberdag stond Arjan van Es bij ons voor de deur. Hij kwam langs om te tekenen. Mijn vriendin en ik wonen in een voormalige zuivelfabriek, dicht bij de waddenkust in Friesland. Er zijn van die dagen dat het er onbevattelijk helder is, waarschijnlijk bij een noordelijke wind als de lucht schoner dan schoon uit poolstreken wordt aangevoerd. Dit was zo’n dag.
Arjan vond zijn plek achter in de fabriek, op de verdieping waar ooit de kazen lagen te drogen. Sinds kort bieden twee recent aangebrachte ramen uitzicht op het omringende land.
Van 2002 tot 2015 maakte Arjan van Es tekeningen met maar één onderwerp: zijn eigen gezicht. Ik stel mij voor hoe zijn ogen het spiegelbeeld aftasten en een hand synchroon de blik volgt, hoe hij tekent zonder naar het papier te kijken. De portretten resulteren in beweeglijke en instabiele lijnen waarbij een overeenkomst met het spiegelbeeld maar niet tot stand lijkt te komen. Kennelijk vallen bewustzijn en realiteit nooit samen tijdens het kijken.
Waar ken ik die onoverbrugbare scheiding tussen binnenwereld en buitenwereld van? Niet de beeldende kunst maar de filosofie geeft mij het antwoord. René Descartes zocht in de 17e eeuw een zeker fundament voor kennis en hield in zijn radicale twijfel slechts het eigen denken over. Maar Van Es is een beeldend kunstenaar en die zoekt geen zekerheid in het denken maar door te kijken. De aandacht richt zich niet op de wereld binnen, maar op de wereld buiten.
Door de uitnodiging om deel te nemen aan een tentoonstelling over de Wadden in Museum Belvédère in Oranjewoud zag Van Es zich genoodzaakt om van onderwerp te veranderen. Ik denk niet dat hij op het eigen gezicht was uitgekeken, maar in 2015 tekent hij alleen maar uitzichten. In dezelfde tastende en zoekende stijl als de zelfportretten ontstond een serie waddenlandschappen. Daarna tekende hij het uitzicht op een meer en het omliggende land vanuit het Wall House in Groningen en inmiddels dus ook vanuit de voormalige zuivelfabriek in Marrum.
De wereld binnen en de wereld buiten ons bewustzijn, ik weet niet of die scheiding ooit definitief is te overbruggen. Descartes zag God als de verbindende schakel. Maar ook een goddeloos wereldbeeld biedt mogelijkheden: kijkend naar een tekening van Arjan van Es heb ik het idee dat hij zichzelf en ons een manier van kijken en ervaren voorschotelt die binnen en buiten steeds meer in elkaar laat overlopen.
Niet de dingen staan centraal in zijn tekeningen, in mijn ogen tekent hij er zelfs niet de contouren van. Van Es laat zijn blik dwalen als een scharrelende kip. Van kip naar eieren is een kleine stap en van eieren naar Descartes merkwaardig genoeg ook. De filosoof hield van omelet, las ik in een gedicht van Samuel Beckett, maar alleen van eieren die acht tot tien dagen bebroed waren geweest, anders was het resultaat ‘walgelijk’. Op een website voor kippenhouders lees ik hoe de eieren worden geschouwd door ze voor een sterke lamp te houden: ‘Na zeven dagen zie je door het ei een soort adertjes lopen, dan is er leven in het ei en kun je een blijde geboorte tegemoet zien’. Ineens is het me duidelijk hoe en wat Arjan van Es tekent: hij schouwt de wereld, bij voorkeur in het meest heldere licht, en legt de aders vast die er het bestaan van mogelijk maken, het leven ervan openbaren.

Peter van Lier, Marrum 2015